Tips voor het maken van strandfoto’s

Het zonnetje laat zich steeds vaker zien, dit biedt ideale gelegenheden om er lekker op uit te trekken met je camera. Een geliefde plek voor veel fotografen is het strand. Hier tref je prachtige omstandigheden aan om foto’s te maken. Maar je dient wel met een aantal belangrijke zaken rekening te houden, anders kan een dagje fotograferen op het strand verkeerd uitpakken.

Pas op met harde wind
Je dure fotoapparatuur meenemen naar het strand betekent dat je goed moet opletten met rondwaaiend zand. Een goed afsluitbare cameratas is onontbeerlijk. Kies bij voorkeur een dag dat er niet te veel wind staat. Wanneer je een zoomobjectief gebruikt kan het zand door de wind in het zoommechanisme terechtkomen. Let er ook op dat de zandkorrels je lens niet beschadigen. We raden je aan om een UV-filter te gebruiken. Hiermee sla je twee vliegen in één klap: deze filter reduceert het ultraviolet licht en beschermt tevens je lens.

Zon en zeewater
Pas ook op met felle zon. Wanneer je je camera onbeschermd in de felle zon laat liggen kan de camera zoveel warmte absorberen dat er vervormingen ontstaan. Vooral camera’s met een zwarte behuizing zijn hier gevoelig voor. Als fotograaf ben je altijd op zoek naar een bijzondere invalshoek. Wanneer je naar het strand gaat, kan het verleidelijk zijn om vanuit het water te fotograferen. Neem echter niet het risico om je digitale spiegelreflexcamera mee het water in te nemen. Gebruik hiervoor beter een waterbestendige compactcamera. Er bestaan ook camera’s waarmee je onderwater kunt fotograferen.

Felle zon en onderbelichte foto’s
Op een zonnige dag kan de lichtmeter van je digitale spiegelreflexcamera problemen geven met als gevolg dat je foto’s onderbelicht raken. Om dit te voorkomen stel je belichtingscompensatie in. Gebruik je een compactcamera, zet deze dan in de automatische stand voor strand en sneeuw. Je kunt ook met een lichtmeter werken. Om de belichting met behulp van een lichtmeter correct in te stellen richt je de lichtmeter op een object dat niet te fel wordt belicht. Een accessoire die je niet mag vergeten op het strand is een zonnekap. Hiermee voorkom je storende glinsteringen in je foto’s. Een andere goede tip is het gebruik van een polarisatiefilter. Deze maakt de lucht diep blauw en de wolken mooi wit. Ook heb je met een polarisatiefilter minder last van reflecties van het zeewater.

Overige tips
Tot slot nog wat extra tips voor je fotosessie op het strand. Let erop dat je de horizon recht houdt in je foto, tenzij je er bewust voor kiest om dit juist niet te doen. Verder kun je de horizon beter niet exact in het midden van je foto laten vallen. Mooier is als de horizon er iets onder of boven valt. Vermijd fotograferen rond het middaguur. Kies liever voor een moment vroeg in de ochtend of beter nog laat in de middag. Je foto’s krijgen door de laagstaande zon een warmere uitstraling en misschien lukt het je om een mooie gouden gloed over je foto’s te krijgen.

Hoe belangrijk is visagie bij professionele fotografie?

Met de geavanceerde technologie van tegenwoordig is heel veel mogelijk. Is het daarom nog wel nodig om bij professionele fotografie een visagiste in te schakelen? We hebben toch beeldbewerkingsprogramma’s als Photoshop? Met Photoshop is heel veel mogelijk, maar toch blijft het werk van een visagiste bij het maken van professionele foto’s onmisbaar.

Schoenmaker blijf bij je leest
Als fotograaf heb je oog voor hoe je de mooiste foto’s kunt maken, je bent waarschijnlijk geen specialist in het vakkundig aanbrengen van make-up. Terwijl je je als fotograaf bezighoudt met onderwerpen als de juiste belichting, scherptediepte, diafragma, sluitertijd en compositie, houdt een visagiste zich bezig met hele andere details die anders mogelijk de schoonheid van de foto kunnen aantasten. Denk aan details als borstelige wenkbrauwen, wallen onder de ogen, oneffenheden van de huid, een glimmende huid, slordig aangebrachte eyeliner etc.

De rol van een visagiste
Hoe groot de rol van een visagiste is bij een photoshoot is afhankelijk van de soort foto’s die er worden gemaakt. In het geval van normale portretfoto’s is het werk van een visagiste minimaal. Bij portretfoto’s gaat het meestal om het aanbrengen van neutrale make-up die de natuurlijke schoonheid van de persoon die wordt gefotografeerd versterkt. Hoeveel make-up er wordt gebruikt hangt ook af van het onderwerp. Wanneer er portretfoto’s worden gemaakt van ruige bouwvakkers hoeft een visagiste niet alle oneffenheden weg te werken. Gaat het om een modeshoot dan is de rol van de visagiste veel prominenter. Het slagen van de foto is hierbij grotendeels afhankelijk van het werk van de visagiste.

Oneffenheden en glimmende huid
Bij portretfotografie houdt een visagiste zich vooral bezig met het wegwerken van oneffenheden als wallen, vlekjes of puistjes in het gezicht om een egale huid te krijgen. De visagiste gebruikt hiervoor een concealer en een foundation. Een ander belangrijk aandachtspunt is het wegwerken van een glimmende huid. Een glimmende huid geeft vaak een storend effect op de foto. Bij kale mannen is het daarom vaak nodig om het hele hoofd te poederen.

Schaduwen en highlights
Op sommige gebieden is het werk van een visagiste te vergelijken met het werk van een fotograaf. Na het aanbrengen van de basismake-up (concealer en foundation) gaat de visagiste aan de slag met het creëren van schaduwen en highligts. Dit komt overeen met wat een fotograaf doet bij het instellen van de belichting. Een visagiste kan bijvoorbeeld door schaduwen te creëren in de arcadeboog (de rand van het bot van de oogkas) de ogen meer nadruk geven. Om de jukbeenderen te accentueren kan een visagiste hier highlight poeder op aanbrengen om dit gedeelte van het gezicht juist lichter te maken.

Visagie onmisbaar bij professionele photoshoot
Omdat je als fotograaf geen make-up deskundige bent, zul je met Photoshop misschien wel wat storende aspecten in de foto weg kunnen werken, maar het is erg lastig om met Photoshop de deskundig aangebrachte make-up van een professionele visagiste te evenaren. Je mist hiervoor de nodige kennis, inzicht en vaardigheden. Visagie zal daarom zeker niet overbodig worden binnen de wereld van de professionele fotografie. Sowieso geldt: hoe beter de opname, hoe minder correctiewerk achteraf.

Tips voor het fotograferen van bloesem

Het is weer lente; misschien wel het mooiste seizoen om te fotograferen, vooral vanwege de mooie bloesem die je overal tegenkomt. Dit geldt vooral voor de periode tussen eind maart en eind mei. Kom je ergens mooie bloesem tegen, denk dan niet ik kom over een paar dagen wel terug om te fotograferen, want voor je het weet is de bloesem alweer verdwenen. Maar hoe zorg je dat de schoonheid van de bloesem ook in jouw foto’s helemaal tot zijn recht komt? Daarvoor geven we je hier een aantal tips.

Warme uitstraling bij laagstaande zon
Zoals voor de meeste foto’s die je buiten maakt geldt dat je het beste bij zonsopkomst of -ondergang kunt fotograferen. Een lage hoek zorgt ervoor dat de foto een warme uitstraling krijgt. Het biedt je de mogelijkheid om meer diepte in de foto te brengen en te experimenteren met het leggen van accenten met licht. Fotografeer liever niet recht tegen de zon in, vanwege het silhoueteffect, je mist hierdoor alle mooie details en kleuren van de bloesem. Wat je wel kunt doen is dat je je 90 graden van de zon afdraait met als gevolg dat de bloesem mooie lichtranden krijgt, zonder dat je silhouetten of een storende lensflare in beeld hebt.

Belichtingsmeter overstuur van witte bloesem
Een probleem dat je tegen kunt komen bij het fotograferen van bloesem is dat de belichtingsmeter overstuur kan raken van witte bloesem, vooral wanneer je deze beeldvullend wilt fotograferen. Omdat witte bloesem meestal lichter is dan de gemiddelde belichting wil de camera de foto nog weleens onderbelichten. Het effect is dat de bloesem er grijs en oninteressant uit komt te zien. Je kunt dit oplossen door 2/3 tot 1 stop over te belichten.

Regen en wind geen probleem
Een mooie blauwe achtergrond achter kleurige bloesem is prachtig. Maar wanneer het waait of regent, kun je ook mooie bloesemfoto’s maken. Wanneer het waait zie je vaak de bloesem van de bomen dwarrelen, wat een erg mooie effect geeft. Omdat bloesemblaadjes heel klein zijn, is het wel lastig om ze duidelijk op de foto te krijgen. Een goede tip is om dan een iets donkerdere achtergrond te nemen, bijvoorbeeld een gekleurde muur, en met in het ideaalste geval wat zonlicht dat erop valt. Laat je ook niet weerhouden door regen. Deze weersituatie is ideaal voor het maken van macrofoto’s van bloesem waar regendruppels aan kleven. Bovendien zorgt de grijze lucht ervoor dat de kleur van de bloesem beter naar voren komt.

Speel met scherptediepte en compositie
Er bestaan allerlei manieren waarop je bloesem kunt fotograferen. Het kan prachtig zijn om een hele rij bomen met bloesem op de foto te zetten. Voor een dergelijke compositie heb je een grote scherptediepte nodig. Kies in dit geval voor een klein diafragma van bijvoorbeeld f/8 of f/11. Maar probeer ook eens om alleen wat details van een boom vol bloesem mooi in beeld te brengen door te focussen op enkele bloemetjes. Hiervoor gebruik je het beste een medium telelens en een groter diafragma, bijvoorbeeld een diafragma kleiner dan f/4.

Wil je alles weten over fotografie, informeer dan eens naar onze fotografiecursussen.

Hoe maak je mooie groepsfoto’s?

Het kan soms erg lastig zijn om groepen mensen goed op de foto te krijgen. Hoe krijg je iedereen op de foto? Hoe voorkom je dat de foto te statig wordt? Hoe breng je originaliteit en creativiteit in een groepsfoto? Waar moet je rekening mee houden op het gebied van belichting en scherptediepte? Dat zijn een aantal vragen waar we je hier aan de hand van een aantal tips antwoord op zullen geven.

Iedereen op de foto: durf uit te snijden
We kennen allemaal wel de keurige groepsfoto’s, bijvoorbeeld klassenfoto’s, waarin iedereen helemaal op de foto staat. Bij andere soorten groepsfoto’s kan het juist ook heel goed werken door bijvoorbeeld alleen het bovenlichaam of het lichaam vanaf de knieën vast te leggen. Of ga eens wat dichterbij staan om alleen hoofden op de foto te krijgen. Je kunt hier op allerlei manieren mee experimenteren. De groepsfoto krijgt er een levendige uitstraling van plus je hebt geen onnodige ruimte om de groep heen die storend kan werken. Kortom; durf uit te snijden. Je kunt natuurlijk altijd ook wat extra foto’s nemen waar de mensen wel helemaal van top tot teen op staan. Op deze manier kunnen de mensen zelf kiezen welke foto’s ze het mooiste vinden.

Aandacht voor belichting en scherptediepte
Is het mogelijk om een groepsfoto buiten te nemen, doe hier dan je voordeel mee. Binnen is het lastiger om een goede scherptediepte te krijgen. Je moet dan al snel met een flitser gaan werken. Dit brengt het probleem met zich mee dat je niet iedereen goed kunt belichten. Wanneer je buiten fotografeert is het wel belangrijk dat je direct zonlicht vermijdt vanwege harde schaduwen en dichtgeknepen ogen. De ideale lichtomstandigheid is een bewolkte dag. De wolken functioneren als een softbox en zorgen voor een diffuus zacht licht. Plaats de personen nooit vlak voor een muur, maar altijd een paar passen ervoor. Zo voorkom je storende schaduwen op de muur en kun je de groep beter losmaken van de achtergrond met de scherptediepte van je camera. Dit geeft het effect dat de mensen scherp worden afgebeeld en de achtergrond wegvalt in het onscherpe gedeelte van de foto.

Speel met hoogtes en houdingen
Bij grote groepen is het moeilijk om iedereen op de foto te krijgen. Dit probleem kun je oplossen door zelf als fotograaf vanaf een hoger standpunt de foto te maken. Ga op een stoel staan of zorg dat je zelf een trapje bij je hebt. Een ander voordeel is dat de mensen omhoog moeten kijken; dit voorkomt onderkinnen op de foto. Je kunt het uiteraard ook omdraaien en de groep hoger plaatsen, bijvoorbeeld op een trap. Het voordeel hiervan is dat mensen die even groot zijn toch boven elkaar uit kunnen komen, zodat je gemakkelijker iedereen goed zichtbaar in beeld krijgt. Let er altijd op dat je bij een groepsfoto nooit alle hoofden op één lijn hebt, dit geeft een saai beeld. Speel met verschillende hoogtes door mensen verschillende houdingen aan te laten nemen; laat ze op de knieën zitten of maak gebruik van objecten als stoelen, krukjes of poefs.

De principes van strobist fotografie

We laten je in dit artikel kennismaken met de principes van strobist fotografie; een veelbesproken thema binnen de fotografiewereld. Zeker voor beginnende fotografen die niet beschikken over dure studio-apparatuur is dit een zeer interessant onderwerp. Het gaat er bij strobist fotografie namelijk om dat je met bestaande of goedkope middelen foto’s weet te maken van studiokwaliteit. De strobist fotografie werd geïntroduceerd door de fotograaf David Hobby.

Haal de flits van je camera
Het belangrijkste kenmerk van strobist fotografie is dat je de flitser van je camera haalt. Deze cameraflitser ga je op een andere plek in de ruimte gebruiken door hem op afstand te bedienen, bijvoorbeeld via een kabel of met behulp van infrarood. Dit biedt ineens allerlei creatieve mogelijkheden. Je bent nu beter in staat om schaduwen te controleren en verder kun je de belichting gemakkelijk beïnvloeden door hulpmiddelen in te zetten als een softbox of flitsparaplu. Hiermee maak je het licht zachter.

Recht van voren flitsen vermijden
Een foto valt of staat in de meeste gevallen met het spel tussen licht en schaduw. Schaduw helpt je om diepte aan je foto te geven en je kunt schaduw inzetten om bepaalde delen van de foto wel of niet te benadrukken. Een belangrijke regel binnen de fotografie is dat datgene wat je belicht bijna net zo belangrijk is als wat je niet belicht. Om de schaduw in je foto te kunnen controleren heb je een flitser nodig die losstaat van de camera, want de slechtste plek voor een flitser is op je camera! Flitslicht dat recht van voren komt zorgt voor harde schaduwen, weinig diepte en te veel contrast. Bij portretfotografie leidt het vaak ook nog tot rode ogen, omdat het licht door het netvlies wordt gereflecteerd en in de lens wordt teruggekaatst.

Portretfoto’s maken volgens de strobist methode
We geven je hier een aantal tips voor het toepassen van de strobist methode bij het maken van een portretfoto:

• Meet het aanwezige licht. Dit kan door je camera in de automatische stand (P-stand) te zetten, op het model te richten en de sluiter half in te drukken. Er verschijnt nu een diafragmakeuze en een sluitertijd samen met de vooringestelde lichtgevoeligheid.

• Noteer deze instellingen en zet je camera in de handmatige stand (M-stand) en stel de gemeten waarden in.

• Gebruik de losse flitser als hoofdlicht om het model te belichten. Het aanwezige licht gebruik je als invullicht en mag daarom iets donkerder zijn. Je kunt het aanwezige licht minder helder maken door de sluitertijd te verhogen, het diafragma te verlagen of de lichtgevoeligheid te verlagen (of een combinatie van deze drie).

• Maak een testfoto om te zien of het aanwezige licht goed is en stel aan de hand daarvan de flitser in. Plaats de flitser in een hoek van 45 graden ten opzichte van de camera.

Bijna elke flitser is geschikt voor strobist fotografie. Het is wel belangrijk dat je de flitser handmatig kunt instellen. Wil je alle trucjes van het vak fotografie leren, bekijk dan eens de fotografie opleidingen van de Fotografie Academie.